Voorbij ervaringen en analyses op microniveau: een pleidooi voor een bredere betrokkenheid van mensen die drugs gebruik(t)en
Samenvatting
De stigmatisering van mensen die illegale middelen gebruik(t)en (hierna MDDGs)1, is een breed bestudeerd onderwerp (1, 2). Zo schatten verschillende studies in dat illegaal druggebruik, en voornamelijk verslaving, wereldwijd een van de meest gestigmatiseerde fenomenen is (3-5). Een belangrijk element hierbij is dat het bezit en/of delen en verhandelen van illegale drugs (ook voor persoonlijk gebruik) sinds ruim een eeuw het voorwerp uitmaakt van een strafrechtelijke reactie op een vrijwel mondiale schaal (6-8).
Verschillende studies documenteerden inmiddels dat stigma – waarmee MDDG’s direct of indirect geconfronteerd kunnen worden – een nefaste impact kan hebben op het mentaal en fysiek welzijn (4, 5, 7, 9). Zo kunnen MDDG’s blootgesteld worden aan (chronische) stress en stereotiepe labels – zoals junk, zwak, lui, onherstelbaar – waardoor ze barrières ervaren om steun te zoeken of te ontvangen binnen hun sociaal netwerk of de professionele hulpverlening (1, 5, 7, 10-12). Daarenboven kan stigma structureel verankerd zijn, waarvan de strafrechtelijke institutionalisering van druggebruik als immoreel gedrag een voorbeeld is (6-8). Dergelijk maatschappelijk ingebed stigma kan tevens leiden tot discriminatie op de arbeids- of woningmarkt of zelfs binnen de gezondheidszorg en hulpverlening (4, 5, 9, 10). Full text lezen (enkel abonees)